Kanjer op De Balans en De Fontein
De kinderen krijgen op De Balans en De Fontein les volgens de methode van “De Kanjertraining”.
Deze methode bevordert de sociaal emotionele ontwikkeling van de leerling. Wij willen niet alleen werken aan het cognitieve aspect van het onderwijs. We zien een goede sociale ontwikkeling als een belangrijke voorwaarde voor de ontwikkeling van een kind tot een zelfstandig mens.
Negatief gedrag zowel mondeling (schelden) als fysiek (vechten) wordt door de leerkrachten niet getolereerd. Het kind leert op een goede manier om te gaan met zichzelf en met een ander. De lessen spitsen zich toe op de vraag: hoe gaan wij (vanaf nu) met elkaar om op een goede manier?’ Het is belangrijk dat kinderen problemen op sociaal-emotioneel gebied, al dan niet met behulp van de leerkracht, zelf kunnen oplossen. Door een gerichte aanpak vanuit de Kanjertraining trachten we problemen te voorkomen, met als uiteindelijk doel de kinderen te helpen zich op een positieve manier te ontwikkelen.
De Kanjerlessen werken gericht aan:
- Het positieve zelfbeeld van kinderen
- Het verwerven van zelfvertrouwen
- Het vermogen om eigen gevoelens en gedachten onder woorden te brengen
- Inzicht krijgen in sociale situaties
- Het vergroten van het inlevingsvermogen
- Het open staan voor eigen en andermans gevoelens
- Hulp durven vragen bij sociaal-emotionele problemen
- Bevorderen van probleemoplossend vermogen
Vijf afspraken uit de Kanjertraining. Deze afspraken komen iedere les terug en staan niet ter
discussie.
- We vertrouwen elkaar
- We helpen elkaar; dit is tijger of kanjergedrag
- Niemand speelt de baas; dit is namelijk pestvogelgedrag
- Niemand lacht uit; dit is namelijk aapjesgedrag.
- Niemand blijft zielig; dit is namelijk het konijngedrag
Ouders/verzorgers en scholen werken samen aan de opvoeding
De ouders/verzorgers zijn de eerste opvoeder. De leerkracht is de tweede opvoeder.
Als de eerste opvoeder achter de tweede opvoeder staat, is dit een ideale situatie voor een kind.
Wanneer een kind echter merkt dat de ouders/verzorgers niet tevreden zijn over het handelen van de leerkracht of de school, wordt het moeilijk voor het kind met plezier naar school te gaan. Het kind heeft dan een loyaliteitsconflict en zit tussen de mening van school en de ouders/verzorgers in. Dit is voor het kind zeer verwarrend en het weet niet waar het aan toe is. Wij verwachten daarom van de ouders/verzorgers dat zij de grondprincipes van de Kanjerlessen ondersteunen. Wij zullen op onze beurt de ouders/verzorgers ondersteunen.
Visie op educatief partnerschap
De Fontein en De Balans zijn scholen waar vertrouwen hoog in het vaandel staat. De scholen doendit specifiek vanuit Kanjer. Dit is waar wij voor staan:
Wij leren kinderen dat ze iemand willen zijn die te vertrouwen is. Dat verwachten wij ook van
ouders/verzorgers. Samen zorgen we voor een veilige school door:
- Met respect te praten over elkaars kinderen (opvoeding) en over de leerkrachten, ook als er zich een meningsverschil voordoet.
- Als er zich een meningsverschil voordoet met elkaar in gesprek te gaan en niet over elkaar te spreken.
- Frustraties op respectvolle wijze uit te spreken naar een medewerker van school in plaats
van rechtstreeks naar een kind van een ander.
- Met school en andere ouders/verzorgers op respectvolle wijze in gesprek te gaan, wanneer school dit verzoekt.
Respectloze reacties worden niet geaccepteerd door de medewerkers en de directie. Ouders/verzorgers ontvangen een officiële schriftelijke waarschuwing van de directie bij respectloze en ontwrichtende reacties. Bij herhaling kan ouders/verzorgers wettelijk gezien tijdelijk de toegang tot de school worden ontzegd.
Vertrouwen ontstaat als we de volgende afspraken nakomen. We leren de kinderen dat je te vertrouwen bent als:
- Je klasgenoten en jouw vrienden niet bang voor je zijn
- Jouw juf/meester, ouders/verzorgers, familie, en buurt trots op je kunnen zijn
- Je een goede vriend of vriendin, zoon of dochter bent.
- Je je best doet op school.
Daarnaast leren we de kinderen dat je geen “benzine moet geven”:
- Je laat geen gedrag zien dat niet goed is voor de klas, de juf of meester en je
ouders/verzorgers. Je zoekt geen medestanders voor dit gedrag.